Anesthesie
Bij veel ingrepen is een anesthesioloog betrokken. Deze zorgt ervoor dat u zo comfortabel mogelijk de ingreep in onze kliniek ondergaat. Hun kennis en expertise zorgt ervoor dat de kans op complicaties zo klein mogelijk is.
Sedatie anesthesie (narcose zonder beademing)
Sedatie anesthesie is een narcose zonder beademing, ook wel ‘roesje’ genoemd. Hierbij wordt u in tegenstelling tot een algehele anesthesie (=volledige narcose) niet beademd.
Een sedatie anesthesie betekent letterlijk ”het verlagen van het bewustzijn”. De anesthesioloog brengt u door toediening van medicatie via een infuusnaaldje in een ‘roesje’. Via het infuus krijgt u twee middelen: één om het bewustzijn te verlagen en één om pijn te verminderen. Bij sedatie ervaart u een onplezierig onderzoek of ingreep als acceptabel.
Belangrijk: bij deze vorm van anesthesie moet u voor de operatie nuchter zijn.
Algehele anesthesie
De moderne algehele anesthesie zoals toegepast in onze kliniek kent weinig bijwerkingen en vrijwel geen complicaties. U bent 10 tot 15 minuten na de ingreep meestal weer goed wakker. Er bestaat een geringe kans op lichte hoofdpijn, misselijkheid of braken. Tegen de misselijkheid wordt tijdens de anesthesie standaard een middel toegediend.
Belangrijk: bij algehele anesthesie wordt u beademd en moet u voor de operatie nuchter zijn.
Lokale anesthesie
Lokale anesthesie is de meest gebruikte vorm van verdoving. Lokale anesthesie, ook wel plaatselijke verdoving genoemd, wordt gebruikt om pijngeleiding uit te schakelen met een lokaal anestheticum. Dit doet de arts door de zenuwen rondom de te behandelen plek direct te verdoven. Hiervoor hoeft u niet nuchter te zijn.